Veel voorkomende gedrags problemen bij pleegkinderen.

Gedragsproblemen zijn vaak van toepassing als het om een pleegkind gaat, vaak gaat het om kinderen die al beschadigt zijn in vroegere opvoeding. Hierbij moet je denken aan mishandeling, slechte opvoeding of andere gevallen. Hier is wat informatie te vinden over de veel voorkomende gedragsproblemen van pleegkinderen.

 

Wat is belangrijk? Het is belangrijk om een gestructureerd te werken met pleegkinderen. Een pleegkind moet weten dat er consequenties aan het gedrag zit wat hij of zij vertoond. Dat kunnen natuurlijk positieve dingen zijn, maar ook negatieve dingen in het gedrag van het pleegkind. Bij kinderen die gedragsproblemen hebben word er gezegd dat je het gedrag moet negeren. Dat is bij deze kinderen fout. De kinderen weten meestal zelf niet eens wat hun gedrag is, ze komen uit een gezin waar geen normen en waarden worden gesteld of in het verleden nergens voor gestraft werden. Het is makkelijker om er achter te komen wat het probleem is en daarmee in door te gaan en dan positief te gaan stimuleren. Het moeilijke in dit proces is natuurlijk altijd positief blijven naar het kind, maar ook voor jezelf.

Probleem.

Bijna alle pleegkinderen hebben last van een hechtingsstoornis. Dat kan samen gaan met andere stoornissen zoals ADHD of autisme. Een hechtingsstoornis is een groot begrip. Het betekend dat een kind moeilijk een band kan opbouwen met een vertrouwenspersoon, of gewoon geen band op kunnen bouwen met een persoon. Ze zien een vreemd iemand vaak als bedreigend.  

Een hechtingsstoornis kan al ontstaan tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld als de moeder lijdt aan stress. Tijdens de geboorte kan er zuurstof tekort ontstaan waardoor een kind een traumatische ervaring opdoet, een opname in het ziekenhuis kan ook als traumatische ervaring gezien worden. Maar ook in de eerste levensjaren kunnen er beschadigingen ontstaan.  Bijvoorbeeld door afwezigheid van ouders, echtscheiding, overlijden.

Er zijn twee soorten uitgangsvormen van een hechtingsstoornis:

  • Het passieve kind, dat alles accepteert maar initiatief loos blijft. Ze dreigen eenzaam te worden, moeizaam een opleiding af te maken en zijn makkelijk vatbaar voor depressie.
  • Het agressieve kind. Deze kinderen zijn heel beïnvloedbaar voor de negatieve sfeer, contacten. Ze belanden vaak in een crimineel circuit. De kans dat ze een normale relatie kunnen aangaan is relatief heel klein.